We dachten dit jaar door
het aanbod aan fruit heen te zijn en af te moeten wachten tot volgend jaar. Maar….
Daar was opeens een aanbod van Ospelse druiven van May. Even plukken en 10 kilo
bij elkaar! Hoewel we al een cursus wijn maken overwegen, gaan we deze lading verwerken
tot niet-alcoholische producten.
We hadden van te voren
al bedacht om van de druiven gelei te maken. Dat is een tijdje houdbaar en kan
best lekker zijn, toch? Dus ’s avonds met Stefan aan de slag met de eerste ‘batch’
van 2,5 kilo aangepakt. De truc is om geen pitjes en steeltjes in de gelei te
krijgen. Als volgt aangepakt: druiven wassen, kort koken (klein beetje water in
de pan toevoegen voorkomt aanbranden) en tijdens het koken de druiven goed stuk
duwen met een spatel. Daarna de hele zwik in een vergiet met neteldoek en laten
uitlekken. Dat gaan best snel en om het sap er toch wat uit te persen hebben we
met twee schoteltjes zelf geperst. In de doek blijft een koek achter van de steeltjes, schillen en pitjes. Daarna de hoeveelheden afgemeten en in de
potjes gegoten. Om de gelei te maken hebben we geleisuiker speciaal gebruikt.
Gelukkig knoeiden we
genoeg, zodat we konden proeven. En zoals we al dachten: het ‘best lekker,
toch?’ kan worden vervangen door: ‘Lekker!’
Het druiventeam |